1. Algemeen
Sinds medio 1991 wordt er aan de clubbaan in het Jeugd- en Wijkcentrum ‘t Egbertus aan de Arendsboerweg gebouwd. Het basis idee komt uit een publicatie van de Miba, namelijk het boekje ‘150 Modellbahnstreckenpläne‘ jaargang 1971 eerste druk. Plan 46 in dit boekje geeft een summiere weergave van het station Malsfeld. Met wat passen en meten is er een ontwerp voor onze baan ontstaan, dat in de beschikbare ruimte paste.
Aanpassingen waren onder andere nodig bij de kruising van de hoofd- en zijlijn. Bovendien bleek achteraf dat de werkelijkheid er toch nog weer iets anders uit zag…
Van het station Oberbeisheim zijn geen originele tekeningen meer beschikbaar. De eerste tekening zoals die op de maquette is weergegeven, werd na een eerste bezoek op locatie al gauw terzijde gelegd. Aan de hand van nog aanwezige ‘sporen‘ in Oberbeisheim, hebben wij zelf een sporenplan ontwikkeld.
2. Hoofdbaan
Met hoofdbaan wordt het onderste dubbelsporige deel van de clubbaan bedoeld, met het station “Malsfeld Unten” en het onderste schaduwstation. Deze baan is voorzien van bovenleiding. Met deze lijn wordt een stuk van de echte spoorlijn Kassel-Bebra uitgebeeld. Deze spoorlijn is altijd een belangrijke verkeersader geweest. In de relatie Ruhrgebiet-Halle/Dresden hebben in alle tijdvakken sneltreinen gereden. Voordat het hoge snelheidstraject Kassel-Fulda in gebruik werd genomen, reden er ook sneltreinen in de relatie Ruhrgebied/Osnabrück-Würzburg/München over onze lijn. Verder hebben er altijd sneltreinen gereden om vanuit Kassel aansluiting te krijgen in Bebra op sneltreinen in de relatie Hamburg/Hannover-Bebra-Würzburg/München. Voor het goederenverkeer zijn tot op de dag van vandaag de rangeerstations in Kassel en Bebra van belang. Lange afstand goederentreinen reden er onder andere naar Hamm, Paderborn, Fulda en Würzburg. Op deze lijn rijden in de betreffenden tijdvakken de volgende treinen:
– Rond 1968: Stoptreinen, sneltreinen (Eilzug en Durchgangszug), slaap- en auto- slaaptreinen, Interzonenzug naar de DDR, TEE, goederentreinen (übergabe, Nahgüterzug, Durchgangsgüterzug etc.), TEEM en posttreinen. Ingezet worden met name getrokken treinen met elektrische tractie, maar ook treinstellen en incidenteel diesel en stoomtractie.
– Rond 1980: Stoptreinen, sneltreinen (Eilzug en Durchgangszug), slaap- en auto- slaaptreinen, Interzonenzug naar de DDR, IC, goederentreinen (übergabe, Nahgüterzug, Durchgangsgüterzug, Ganzzug, etc.), TEEM en posttreinen. Ingezet worden met name getrokken treinen met elektrische tractie, maar ook treinstellen en incidenteel dieseltractie.
– Rond 1996: Stoptreinen (Regionalbahn), sneltreinen (RegionalExpress en Interregio), goederentreinen (übergabe, Nahgüterzug, Durchgangsgüterzug, Ganzzug, etc.) en TEEM. Ingezet worden met name getrokken treinen met elektrische tractie, maar ook treinstellen en incidenteel dieseltractie. Regionalbahn stopt aan het perron van “Malsfeld Unten” (foto:Barry Somberg)
3. Zijlijn
Met de zijlijn wordt het bovenste deel van de clubbaan bedoeld. Dit enkelsporige deel bestaat uit het station Malsfeld oben met rangeerheuvel en depot, het station Oberbeisheim en het bovenste schaduwstation. Tevens hoort bij dit deel nog de verbindingsboog met de hoofdlijn. Uitgebeeld wordt met deze lijn de voormalige spoorlijn Eschwege-Waldkappel-Treysa. De spoorlijn is rond 1880 om strategische redenen gebouwd en nooit rendabel geweest. In tijden van oorlog werd de lijn vaak als alternatieve route gebruikt ter ontlasting van een aantal hoofdlijnen en rangeerstations. Voordeel van het traject was namelijk, dat het een route van Berlijn naar zuidwest Duitsland was, waarbij de treinen weinig kop hoefden te maken. Nadeel was, dat er aan de lijn geen steden van betekenis lagen. Ook waren er geen noemenswaardige delfstoffen te vinden. Bovendien zaten in het traject veel hellingen en krappe bochten, zodat zware treinen een steuntje in de rug nodig hadden. De baanvaksnelheid lag bij 80 km. per uur, geen traject voor een sneltrein dus. Op deze lijn rijden in de betreffende tijdvakken de volgende treinen (bij de THCA, want in werkelijkheid rijdt er na de zeventiger jaren bijna niets meer…):
– Rond 1968: Stoptreinen, sneltreinen (Eilzug) en goederentreinen (Übergabe, Nahgüterzug en Ganzzug). Voor de stoptreinen worden met name railbussen ingezet. In de spits aangevuld met door stoomlocomotieven getrokken treinen. De goederentreinen worden door stoomloks getrokken en gerangeerd. Als proef worden een aantal diensten met dieseltractie gereden.
– Rond 1980: Stoptreinen, sneltreinen (Eilzug) en goederentreinen (Übergabe, Nahgüterzug en Ganzzug). Voor de stoptreinen worden met name railbussen ingezet. In de spits aangevuld met getrokken treinen met dieseltractie. Goederentreinen hebben dieseltractie.
– Rond 1996: Personentreinen (RegionalBahn), sneltreinen (RegionalExpress) en goederentreinen (Übergabe, Nahgüterzug en Ganzzug). Voor personentreinen worden met name treinstellen ingezet, druk bezette treinen worden door trek-duw eenheden met dieseltractie gereden. Goederentreinen hebben dieseltractie.
Inzet van materieel tijdens het rijden volgens dienstregeling gebeurt met behulp van diverse rangeerplannen.
4. Landschap
Malsfeld bevindt zich ten zuiden van Kassel in deelstaat Hessen. De enige andere stad van betekenis de in deze regio is Fulda, ten zuidoosten van Malsfeld. Het dorp ligt aan de oevers van de de Fulda. Van oudsher vormde deze rivier een belangrijke rivier verkeersader. De omgeving van Malsfeld is heuvelachtig en zeer bosrijk, akkerbouw vindt nauwelijks plaats. Kenmerkend voor het gebied zijn kalk- en steengroeves. Station Malsfeld boven met rechts de verbindingsboog (foto:Barry Somberg)
5. Stations
Station Malsfeld (het voorbeeld) Dit station bestaat uit een deel aan de hoofdlijn (Malsfeld Unten) en een deel aan de zijlijn (Malsfeld Oben). De twee stations zijn met elkaar verbonden door een verbindingsboog. In het echte spoorbedrijf is de aansluiting met aan de hoofdlijn niet in Malsfeld Unten maar in Beiseförth in de richting Bebra. In de normale dienstregeling maken alleen goederentreinen gebruik van de verbindingsboog.
Station “Malsfeld Unten” Malsfeld Unten heeft een bedieningspost met een bedieningspaneel en een telefoon. Het station heeft drie sporen. De telling van de sporen gaat vanaf het stationsgebouw. Het spoor vooraan heeft nummer 1, het volgende 2 en het achterste 3. Vanaf de bedienpost kijken we links in de richting Bebra (tunnel) en rechts achter het dorp ligt Kassel. Alle sporen zijn hoofdsporen. De sporen 1 en 3 worden met name gebruikt voor treinen die doorrijden, maximale snelheid 100km/u. Treinen die via spoor 1 van of naar de verbindingsboog rijden mogen maximal 60 km/u rijden. Spoor 2 wordt gebruikt door treinen die ingehaald worden, langere tijd wachten of treinen die van richting veranderen (maximale snelheid 60 km/u).
Er kunnen rijwegen ingesteld worden vanuit het schaduwstation uit de richting Bebra naar de sporen 1 en 2, uit de richting Kassel naar de sporen 2 en 3. Naar het schaduwstation kunnen in de richting Kassel vanaf de sporen 1 en 2, naar de richting Bebra vanaf de sporen 2 en 3 rijwegen worden ingesteld. Van en naar Bebra kunnen via spoor 1 nog rijwegen van en naar de verbindingsboog worden ingesteld. Vanaf alle sporen kan gerangeerd worden.
Station Malsfeld “oben” Malsfeld Oben heeft meerdere bedieningsposten. Naast de rangeerheuvel, die een grotendeels zelfstandige status heeft, is de rest van het station in twee delen opgesplitst. Namelijk de westelijke wisselstraat met depot en de oostelijke wisselstraat met verbindingsboog. De coördinatie van het gehele station vindt plaats vanaf de bedieningspost Malsfled Ost (Fdl), verder is er een nauwe samenwerking tussende rangeerheuvel en Malsfeld West. Voordat Malsfeld West rijwegen in gaat stellen moet er een mondelinge (telefonische) vrijgave gegeven worden door Malsfeld Ost. Dit is nodig om ongelukken in het station te vermijden.
De posten Ost en West hebben een bedieningspaneel en telefoon. Verder heeft men de beschikking over een telefoonlijst, een decoderlijst, een dienstregeling en een rangeerplan. De rangeerheuvel heeft een paneel, een telefoon en een rangeerplan.
De nummering van de sporen geschiedt vanaf het stationsgebouw. Spoor 1 is een hoofdspoor in de relatie Oberbeisheim-schaduwstation. Treinen van Oberbeisheim komen, gezien vanaf de bedieningspost, van rechts.
Station Oberbeisheim Oberbeisheim heeft een bedieningspost met een bedieningspaneel en een telefoon. Verder heeft men de beschikking over een telefoonlijst, decoderlijst en in geval van rijden met dienstregeling een dienstregeling en een rangeerplan. De nummering van de sporen geschiedt vanaf het stationsgebouw. De sporen 1 en 2 zijn hoofdsporen. Spoor 1 wordt gebruikt bij kruisen en inhalen van treinen en bij rangeren. Maximum snelheid van dit spoor is 40 km per uur. Spoor 2 wordt normaal voor alle doorgaande treinen gebruikt. Maximum snelheid is 80 km per uur.
Stoptreinen vanuit Malsfeld rijden de tunnel uit met maximum 40 km per uur vanwege het korte perron c.q. de beperkte rijweg lengte. De overige sporen zijn nevensporen en worden gebruikt voor het opstellen van wagons of om te rangeren. De kruisverbinding in spoor 1 wordt alleen gebruikt bij rangeren.
Schaduwstations Het onderste schaduwstation moet worden gezien als het verlengde van de hoofdbaan in de richting Kassel en Bebra. Het korte stukje via de tunnel (linksom dus, gezien vanaf het paneel) is de aansluiting van de baan richting Bebra (zuid). Het langere stuk, dat uiteindelijk van achter het dorp Malsfeld in beeld komt, is de richting Kassel (noord).
Het bovenste schaduwstation is het verlengde van de zijlijn. Vanaf het paneel gezien is vlakbij de verbinding naar Malsfeld, het verlengde van de zijlijn is in dit geval de richting Eschwege (oost). Verder naar links, wegbuigend achter de ‘lucht’, is de verbinding naar Oberbeisheim, het schaduwstation vertegenwoordigd in dit geval de richting Treysa (west). Eschwege ligt aan de hoofdlijn Fulda – Bebra – Göttingen. Treysa ligt aan de hoofdlijn Kassel – Marburg – Gießen – Frankfurt am Main.
Onder de schaduwstations zijn opbergladen waar rollend materieel opgeborgen kan worden.
Rollend materieel dat geruime tijd niet nodig is en dat daardoor sporen in de schaduwstations onnodig bezet houdt moet worden opgeborgen. Voor het opzoeken van de juiste lade waar een voertuig opgeborgen moet worden kan de aanwezige PC worden gebruikt. Indien er nieuwe treinen moeten worden samengesteld kan de PC wederom worden gebruikt.
Schaduwstation hoofdlijn Dit station heeft een bedieningspaneel, een telefoon, telefoonlijst en een decoderlijst. Indien er met een dienstregeling wordt gereden, moet er ook een dienstregeling en een rangeerplan aanwezig zijn. Het station heeft in totaal 10 sporen en 2 keerlussen. De telling van de sporen begint vanaf de muur. De sporen 1 tot en met 4 worden gebruikt vanuit de richting Bebra in de richting Kassel. Vanaf deze sporen kunnen ook treinen vertrekken naar de verbindingsboog in Malsfeld. Treinen die niet meer nodig zijn of treinen die van richting moeten veranderen kunnen via de linker keerlus naar andere sporen worden geleid. De sporen 5 tot en met 8 worden gebruikt vanuit de richting Kassel in de richting Bebra. De sporen 9 en 10 liggen vooraan, de afstand tussen de sporen is extra groot. Deze sporen worden gebruikt om treinen samen te stellen c.q. om treinen uit elkaar te halen. Bovendien zijn dit de langste sporen van het schaduwstation. Vanaf de sporen 9 en 10 kan niet direct de hoofdbaan worden opgereden. Evenals de treinen van sporen 5 t/m 8 die van richting veranderen, moeten ook de treinen van 9 en 10 eerst via de rechter keerlus naar een van de sporen 1/4 rijden. Daarna eventueel via de linker keerlus naar de sporen 5/10. De maximum snelheid is 140 km per uur. Rem op tijd! Hou zoveel mogelijk een van de sporen 1/4 en 5/8 vrij, zodat er van en naar de keerlussen gereden kan worden. Voor machinisten die in Malsfeld Unten zijn opgesteld is er een display boven station Malsfeld geplaatst. Op dit display kan de machinist zien van welk spoor er eventueel een rijweg is ingesteld.
Schaduwstation zijlijn Dit station heeft een bedieningspaneel, een telefoon, een telefoonlijst en een decoderlijst. Indien er met een dienstregeling wordt gereden, moet er ook een dienstregeling en een rangeerplan aanwezig zijn. Het station heeft in totaal 5 sporen. Boven het schaduwstation van de hoofdbaan liggen 4 sporen, telling vanaf de muur. Bij het bedieningspaneel ligt aan de voorkant van de baan spoor 5. Dit spoor is bedoeld om treinen samen te stellen c.q. treinen uit elkaar te halen en is uitsluitend bereikbaar vanaf de sporen 1 t/m 4. De maximum snelheid is algemeen 80 km per uur, richting Malsfeld 40 km per uur. Voor machinisten die in Malsfeld Oben zijn opgesteld is er een display boven station Malsfeld geplaatst. Op dit display kan de machinist zien van welk spoor er eventueel een rijweg is ingesteld.
6. Het baanplan
Hoewel niet op schaal vind u hieronder een tekening van het baanplan van onze vaste baan.