< 10. De tunnel bij Oberbeisheim
In tegenstelling tot de werkelijke geschiedenis van station Malsfeld (en omgeving), die nogal deprimerend is, staat bij de THCA het dorp Malsfeld er een stuk beter voor. Door de groeiende industrie in aangrenzende plaatsen komt er in de vijftiger jaren meer en meer vrachtverkeer over de lijn.
Vooral het gebied Pfieffewiesen dat een beetje oostelijk van Malsfeld ligt, wordt volgebouwd met verschillende fabrieken. De industriële verwerking van basalt, waarvan een kleine productie-eenheid in ons dorp staat neemt een grote vlucht. Ook de verwerking van de kalkhoudende bodem tot cement draagt bij in de hoeveelheid treinen die over deze lijn moeten rijden.
Het in de jaren vijftig steeds toenemende forensenverkeer heeft de DB ertoe laten besluiten Malsfeld een extra hoofspoor aan de lijn Kassel-Bebra te gunnen. Van de zijlijn gaan ‘s morgens horden reizigers omlaag naar de hoofdbaan, waar ze overstappen op treinen naar het steeds verder groeiende Kassel. Hetzelfde maar dan omhoog gebeurt in de namiddag. Sneltreinen stoppen nog niet zo veel in Malsfeld, maar men verwacht dat dit in de toekomst iets meer zal worden. Tegelijk met de uitbreiding van de stationssporen is noordelijk van het station een nieuw seinhuis gebouwd, dat de hele lijn Kassel-Bebra van hier uit elektronisch bedient.
In het jaar 1962 zijn plannen gemaakt voor een centralisering van het goederenverkeer in Malsfeld. Hiervoor werd het noodzakelijk om in dit station een rangeerheuvel aan te leggen, het noordelijk van het bestaande station gelegen stuk weiland werd hiervoor deels afgegraven en ook de oude verbindingsboog naar het noorden moest hiervoor wijken. De locloods was in 1970 al bijna afgebroken, toen men bedacht dat ze ook voor de nieuwere generatie diesellocomotieven een goed onderdak kon bieden. Het gebouw werd tegelijk met het stationsgebouw gerestaureerd. Beide gebouwen zijn tegenwoordig opgenomen in de lijst van beschermde industriële monumenten van het land Hessen, dit tot ongenoegen van de DB die de boel graag wilde moderniseren. Na 1992 werd de lijn naar Berlijn steeds meer gebruikt als ontlasting voor de intensief bereden andere trajecten. Vooral goederen worden langs dit traject getransporteerd. We zien de laatste jaren dan ook steeds vaker de ietwat exotisch aandoende (ex) Oost-Duitse locomotieven voorbijkomen. De rangeerheuvel blijkt destijds een goede greep te zijn geweest. Veel goederentreinen worden hier uitgesorteerd en opnieuw samengesteld voor de richtingen Bebra, Eschwege en Treysa. Seinhuiswachters hebben soms een zware tijd om alle treinen op dit enkelsporige traject in goede banen te leiden. Regelmatig treden vertragingen op, ook in de passagiersdienstregeling. Knappe koppen in het hoofdkantoor van DB studeren al een poos op het opnieuw dubbelsporig uitvoeren van de lijn, maar hebben vooral problemen met de in de lijn aanwezige tunnels. Vooral de Beisheimer tunnel en het er een kilometer achter gelegen stalen viaduct richting Homberg leveren problemen op. In de vijftiger jaren heeft DB de steeds weer voorkomende scheuren en inzakkingen van de tunnel opgelost door er een smallere betonbuis binnenin aan te leggen. Hierdoor is de buis nu te nauw geworden voor dubbel spoor. Breder maken kan niet meer omdat het beton niet weggehaald kan worden zonder dat de halve heuvel zal inzakken. Een nieuwe buis buitenom de oude lijkt de enige mogelijkheid, maar dan is er nauwelijks ruimte om te werken. Bovendien is de lijn dan voor jaren geblokkeerd.